HOE VERDER?
Veldanalyses
Golfpatronen
Storende velden vanuit het huisnet
Meten van gepulste velden
Vaak genegeerde EMV eigenschappen
Elektromagnetische velden hebben een bepaalde sterkte en kwaliteit: de 'kwaliteit' van de onderliggende elektrische en magnetische golven. Zowel sterkte als kwaliteit van de golven bepalen de feitelijke hinder die golven voor de mens kunnen hebben. De energie van de golven wordt op de een of andere manier overgedragen op de weefsels waar ze doorheen gaan: elektrische golven op een andere manier dan de magnetische. De biologische eigenschappen van de weefsels die bepalen welke frequentie met welke amplitude en polarisatierichting bij voorkeur wordt gebonden en de verschillende weefsels en organen hebben elk zo hun eigen absorptie van stralingsenergie. Daardoor kan een mengsel van velden uiteenlopende fysiologische reacties in het lichaam bewerkstelligen.
Golfpatronen
In Nederland hebben we in de huishouding te maken met een ca. 230V wisselspanning die uit een straatkabel geleverd wordt. In het ideale geval is dat een 'schone' sinus (figuur 1). Ook in hoogspanningslijnen met voltages in de honderden kilohertz is de sinus in elk van de 3 fasen `schoon". Slechts weinig mensen hebben last van de velden daaromheen. Sommigen echter geven aan EHS-achtige klachten van te krijgen en trekken liever weg. Wel is bekend dat een langer verblijf onder hoge wisselspanningen bij jonge kinderen (en ook soms bij ouderen) de kans op leukemie vergroot.
Figuur 1. Normaal sinusprofiel van een bijna onvervormde 50Hz wisselspanning. Verticaal het spanningsverloop, horizontaal de tijd in hokjes van 5 msec.
Figuur 2. Vervormd sinusprofiel in een leiding waarop een storende dimmer is aangesloten. Schaal als in figuur 1.
Zoals de elektrische leidingen het huis binnen komen is de spanning al niet geheel schoon meer: door invloed van storende apparaten van huurhuizen is de spanning al 'vervuild" met de hieronder beschreven vervormingen. Die verstoringen zetten zich in huis voort.
Storende velden vanuit het huisnet
Bijna alle moderne elektrische en elektronische apparatuur neemt op onregelmatige wijze energie uit het net op. Het net blijft daardoor een beetje 'vervuild achter, zowel in het spanningsverloop als in het stroomverloop. Notoire netvervuilers zijn de schakelende voedingen van veel apparaten (PC, TV, spaarlampen en TL verlichting). Ook inverters van acculaders en van zonnepanelen verstoren het net. In figuur 2 wordt het effect van een dimmer gedemonstreerd: de sinusvorm wordt onregelmatig. Figuren 3 en 4 tonen de invloed van andere netvervuilers. Het zijn alle z.g. niet-sinusoïdale golven die — eenmaal op het net gezet - een karteling veroorzaken van het 50 Hz sinusprofiel. Het zijn precies die verstoringen waar men hinder van beleeft wanneer men dicht bij elektrische leidingen en snoeren zit of ligt waar dergelijke vervuilde spanning op staat.
Ook stromen kunnen vervuild zijn en wel volgens een heel eigen ritme, los van dat van dat van de spanningsvervuiling. Storing wordt door eigen apparaten veroorzaakt - of die van de buren.
Figuur 3. Vervuilende pulsen afkomstig uit een voedingskabel van een PC. De intervallen zijn 1/100 sec, maar veel hogere frequenties zijn ook meetbar.
Figuur 4. Repeterende groepen van pulsen passeren in een leiding naar een frequentie-geschakelde bedrijfsventilator. Zowel de frequentie van het repeterende patroon, als de frequentie van de pulsen in de groep kunnen EHS klachten oproepen.
Storende velden van draadloze communicatie
Bijna overal hebben mensen tegenwoordig meerdere apparaten voor draadloze communicatie in huis die storende velden uitstralen. Het interessante van de technologie is dat meerdere mensen tegelijk van dezelfde basisapparaten gebruik kunnen maken doordat ieder een klein tijd-'slot' in de communicatie bezet houdt. Dat kan door een gesprek te 'versnipperen' in kleine deelgesprekjes die in 'pakketjes' worden overgeseind. Bij ontvangst worden die pakketjes weer aan elkaar gemonteerd zodat er een ononderbroken gesprek wordt opgevangen. Binnen een seconde kunnen een groot aantal gesprekjes worden doorgegeven en de transmissie gebeurt daarom 'gepulst. Bij een Dect telefoonveld is dat 100 maal/seconde, bij WiFi 10 maal, bij GSM velden 217 maal en bij andere systemen weer anders. Die laagfrequente mate van pulsering van de signalen veroorzaakt waarschijnlijk het kwalijke karakter van die velden, voor wie daar gevoelig voor is.
Meten van gepulste velden
Het biologisch verstorende principe van velden voor draadloze communicatie — inclusief mobiele telefonie — is de aanwezigheid van pulsen. Die zijn meer in staat celfuncties te verstoren dan sinusoïdale velden. Het probleem van de meeste gewone veldmeters is dat ze meten op `rms' manier (root mean square); dat is een integratieve methode. De hoogte van korte pulsen wordt dan gemiddeld met de veel langere perioden van nul-spanning. Dat is biologisch fout, omdat de fysiologische werking van die velden juist berust op de aanwezigheid van die pulsen. Daarom geven dergelijke meters een veel te lage (biologisch relevante) waarde aan.
Meters zoals die in gebruik bij woonbiologen zijn juist afgesteld om de hoogte (spanning) van die pulsen te meten; die geven daarom een veel betere weergave van de feitelijke schadelijkheid van die velden. Sommige meters kunnen omgeschakeld worden van rms-meting naar pulsmeting.
Vaak genegeerde EMV eigenschappen
Vuile stroompulsen hebben hetzelfde probleem: alleen een pulsmeting kan een aanwijzing geven voor de schadelijkheid. In de praktijk is die moeilijk te meten omdat de pulsen zo uiteenlopend van frequentie en amplitude zijn. Men heeft een oscilloscoop nodig om het pulskarakter zichtbaar — en daardoor — meetbaar te maken. Pulsen in het huisnet zijn laag in verhouding tot de 230V wisselspanning, in de orde van enkele tot tientallen promille van de wisselspanning. Maar de werking van die vuile componenten kan erg sterk zijn.
Aspecten die bijna nooit meegenomen worden zijn (1) de polarisatiehoek van de velden die uitgestraald worden door gestrekte stroomgeleiders. Omdat levende structuren de velden moeten absorberen en omdat de oriëntatie ten opzichte van de veldrichting daarbij van belang is, kan het nogal wat uitmaken of men met een sterk gepolariseerd veld te maken heeft.
(2). Verder hangt het effect van laagfrequente EMV op bindingsreacties van eiwitten in een cel af van de oriëntatie van het EMV ten opzichte van de richting van het aardmagnetisch veld. Ook dat aspect zou in een analyse van EMV's kunnen worden meegenomen om onverklaarbare ziekteverschijnselen een plausibele verklaring te geven.
Referenties
Boekhoofdstuk 14